Handhaving dé achilleshiel van de nieuwe Omgevingswet?? - Aranto

Handhaving dé achilleshiel van de nieuwe Omgevingswet??

In de brief van 19 mei 2016 heeft minister Schulz de Tweede Kamer geïnformeerd over het eerste, grote stuk invoeringsregelgeving van de Omgevingswet: de Invoeringswet. In de brief wordt uiteengezet: de contouren, de nadere invulling, het overgangsrecht en het verder proces van de invoeringswet Omgevingswet.

De contouren en nadere invulling van de invoeringswet Omgevingswet

De invoeringswet zal er voor zorgen dat lopende wijzigingen van bestaande wetgeving in de Omgevingswet worden doorgevoerd zoals:

  1. de wet Verbetering vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH);
  2. de wijziging van de Wet milieubeheer in verband met de herziening van de mer-richtlijn;
  3. en de wijziging van de Waterwet.

Bij de nadere invulling zijn zeer interessant de (plan)schade en (punitieve = bestraffende) handhaving. De brief gaat verder in op het digitaal stelsel voor informatievoorziening, de binnenplanse en buitenplanse vergunning in het omgevingsplan en een nieuwe opzet voor een vergunningplicht voor bouwactiviteiten.

Planschade

Het voorstel in de nieuwe Omgevingswet is onderscheid te maken tussen:

  1. Directe planschade. Deze schade is het gevolg is van het wegbestemmen van een bouwmogelijkheid of door het opleggen van rechtstreeks werkende verplichtingen aan de inwoner. Deze schade kan direct worden vergoed zodra een omgevingsplan, dat schade veroorzaakt, onherroepelijk is geworden.
  2. Indirecte planschade. Deze schade ontstaat wanneer schade ontstaat door een ontwikkeling in de buurt van het eigen terrein, zoals een woonblok dat het vrije uitzicht ontneemt. Deze schade zal worden vergoed op moment dat de activiteit wordt uitgevoerd.

Dit globale voorstel geeft een positieve impuls aan uitnodigingsplanologie, want planschade hoeft dan alleen nog vergoed te worden voor (bouw)plannen die daadwerkelijk gerealiseerd worden. Het blijft uiteraard zaak om de verdere uitwerking nauwlettend te blijven volgen.

Handhaving

In de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel Omgevingswet is aangekondigd dat in de invoeringswet een regeling zal worden opgenomen over punitieve handhaving van de bepalingen in de Omgevingswet. Bij niet-naleving van regels kunnen de volgende sancties worden opgelegd aan inwoners en ondernemers:

  1. Reparatoire sancties: Gericht op het beëindigen of ongedaan maken van een overtreding of de gevolgen daarvan. De belangrijkste zijn de (last onder) dwangsom en bestuursdwang.
  2. Punitieve sancties: In gevallen waarin overtredingen niet meer ongedaan gemaakt kunnen worden. Zij zijn gericht op het bestraffen van de overtreder en om hem en anderen ervan te weerhouden in de toekomst (opnieuw) de voorschriften te overtreden. De belangrijkste is de geldboete.

In de nieuwe Omgevingswet staat vertrouwen centraal anders verwoord “high trust, high penalty’s”, maar de huidige regelgeving voor punitieve handhaving wordt gecontinueerd. Het is geen publiek geheim, dat handhaving in het ruimtelijke domein geen Nederlandse Olympische topsport is. Voor het uitgangspunt “high trust, high penalty’s” in de nieuwe Omgevingswet zal politieke en ambtelijke mentaliteitsverandering en paradigmawisseling vereist zijn en deze gaat lijnrecht in tegen het “succesvolle” Nederlandse Poldermodel. Bij kleine overtredingen zal de mentaliteitsverandering en paradigmawisseling ongetwijfeld gemaakt kunnen worden, maar:

  1. Hoe wordt handhaving toegepast als de economische en maatschappelijke belangen groot zijn, gemeenteraadsverkiezingen in zicht zijn en de publieke druk groot is?
  2. Wat betekent het voor de rollen van de burgemeester zowel als voorzitter van het college van burgemeester en wethouders als zijn taken voor het handhaven van de openbare orde en veiligheid, in het bijzonder als de gemeente zelf de overtreder is?
  3. Hoe vaak zijn in Nederland succesvol punitieve sancties in het kader van de Wet economische delicten (Wed) opgelegd door het Openbaar Ministerie of de economische strafrechter en tegen welke overtredingen.

Conclusie:

Het voorstel voor de Invoeringswet nieuwe Omgevingswet betekent:

  1. Een positieve impuls voor uitnodigingsplanologie, want planschade wordt alleen uitgekeerd als planschade wordt geleden.
  2. Voor handhaving van de Omgevingswet in het ruimtelijke domein een echte mentaliteitsverandering en paradigmawisselingvereist is, want anders wordt handhaving de achilleshiel van de nieuwe Omgevingswet.
Deel dit artikel

Bestel mijn boek 'Duurzame gebiedsontwikkeling en de Omgevingswet?'

Duurzame gebiedsontwikkeling is essentieel om de vernietiging van de aarde tegen te gaan. Onze planeet biedt voldoende capaciteit voor ieders behoefte - maar dan moet er wel drastisch iets veranderen. Mijn boek werpt een kritisch licht deze veranderingen.

boek-Duurzame-gebiedsontwikkeling-en-de-Omgevingswet

Gerelateerde berichten

Misschien ook interessant voor u?

01/10/19
Dé 10 redenen om mijn boek “Duurzame gebiedsontwikkeling en de Omgevingswet” te lezen

Het boek is ook leesbaar en geschikt voor niet-ingewijden, want de leefomgeving is met de Omgevingswet een verantwoordelijkheid van ons…

Lees meer   

19/03/18
Bruisende binnenstad met vervuilende auto’s of schone lucht?

Komende woensdag 21 maart 2018 staan de gemeenteraadsverkiezingen voor de deur. Een van de thema’s, die ook landelijk speelt, zijn…

Lees meer   

15/11/17
Omgevingswetspel? “Mens erger je niet!”

In september ben ik in mijn woongemeente naar een avond over de Omgevingswet geweest. Mijn verwachtingen waren vooraf hooggespannen en…

Lees meer   

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *